-
2Betekenis: aanleggen
-
3Betekenis: makenmaken uitstaan
-
6Betekenis: scheppen
-
8Betekenis: bouwen
-
9Betekenis: fabricerenmaken produceren vervaardigen
-
10Betekenis: bereidenmaken zetten
-
11Betekenis: vervaardigenmaken produceren fabriceren
-
12Betekenis: produceren
-
13Betekenis: doenmaken veroorzaken laten
-
14Betekenis: halenpresteren voor elkaar krijgen maken
-
15Betekenis: creëren
-
16Betekenis: veroorzakenveroorzaken maken
-
17Betekenis: herstellenrepareren maken
-
19Betekenis: compileren