-
2Betekenis: bepalen
-
4Betekenis: bespeuren
-
5Betekenis: identificeren
-
6Betekenis: ereneren onderscheiden
-
7Betekenis: onderkennenonderkennen onderscheiden
-
8Betekenis: afscheidendiscrimineren scheiden onderscheiden
-
9Betekenis: veelveel onderscheiden
-
10Betekenis: uiteenlopenduiteenlopend onderscheiden
-
11Betekenis: verschillendverschillend onderscheiden
-
12Betekenis: beseffeninzien onderscheiden onderkennen
-
13Betekenis: afzonderenonderscheiden scheiden